plantenfamilie uit de ranonkelachtigen.
plantenfamilie die kruidachtige of houtige stengels heeft met verspreide of tegenoverstaande bladeren, en meerzijdig of tweezijdig symmetrische, doorgaans tweeslachtige bloemen die een bloemdek dan wel een kelk en een kroon hebben met drie of meer kelkbladen en drie of meer kroonbladen, lager ingeplant dan de stamper, en meestal veel meeldraden.
Voorbeelden:
De grootste familie die we tot de Ranonkelachtigen rekenen is de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae. Het geslacht Boterbloem of Ranunculus is een groot geslacht met wereldwijd ongeveer 600 plantensoorten. Maar tot de groep van de Ranonkelachtigen rekenen we ook soorten als de Pijpbloem en de houtige gewassen van de Berberisfamilie, de Plataanfamilie en de Buxusfamilie.
http://www.floravannederland.nl/home/plantensoorten/hoofdgroepen/ranonkelachtigen/, 2008
Families die rijk zijn aan alkaloiden zijn: Ranonkelfamilie (b.v. monnikskap, ridderspoor), Leliefamilie (herfsttijloos, nieswortel), Papaverfamilie (stinkende gouwe, slaapbol) en de Nachtschadenfamilie (bilzenkruid, doornappel, wolfskers).
http://www.argo.be/scholen/geonatuur/kruiden/kruiden-bestanddelen.html#Alkaloiden, 1999
