Het begrip portier heeft 6 verschillende betekenissen:
1) wachter bij de ingang.
iemand die voor zijn beroep de wacht houdt aan de ingang van een groot gebouw of van een verzameling van gebouwen, bv. van een kerk of tempel, van een universiteit, van een hotel, van een ziekenhuis, van een flatgebouw, enz..
2) iemand die bezoekers inlaat.
iemand die belast is met het inlaten en uitlaten van bezoekers, het geven van inlichtingen en ander bijkomend werk.
3) buitenwipper; uitsmijter.
iemand die zich ophoudt voor de ingang van een café, discotheek of (nacht)club die belast is met het inlaten en uitlaten van gasten; uitsmijter; buitenwipper.
4) doelman; keeper.
voetbalspeler die de taak heeft het doel te verdedigen; doelman; doelverdediger; keeper.
5) deur van een rijtuig.
deur die toegang tot een rijtuig geeft; deur van een rijtuig; deur in een rijtuig.
6) deur van een auto.
deur die toegang tot een auto geeft; deur van een auto; autodeur; autoportier.
