boot voor pleziertochten.
boot die is ingericht en wordt gebruikt voor pleziertochten of andere recreatie op het water.
Voorbeelden:
In 1970 nam Sarah deel aan een wetenschappelijk zomerkamp zo'n honderdvijftig kilometer ten oosten van Vancouver, in de licht bergachtige omgeving van het Cultusmeer, een meer dat er tijdens het hoogseizoen met de muggen, de brandnetels en de dronkelappen op lawaaiige pleziervaartuigen inderdaad heel meerachtig uitzag.
Douglas Coupland, Alle families zijn psychotisch, 2001
Trouwens, in dat deel van de wereld - waar zelfs eilanden te koop zijn - kijkt men nog amper op wanneer gigantische Russische pleziervaartuigen al of niet met bolle zeilen voorbijtrekken.
De Standaard, 1996
In België betalen eigenaren van pleziervaartuigen minder dieselaccijns, net als openbaar vervoermaatschappijen.
Het Parool, 2000