Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

pickpocket

betekenis & definitie

iemand die geld uit de zak steelt.

iemand die op behendige wijze en ongemerkt bij iemand iets, met name portemonnees met geld, uit de zak steelt; zakkenroller.

Voorbeelden:
Twee agenten in burger konden vrijdag op buslijn 71 een pickpocket op heterdaad betrappen. Rond 19.15 uur werd T. geklist in de Buyllaan. De dader werd ter beschikking gesteld van het Brussels parket.
http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=U82JB259_5, 7 december 2009

Een man poogde in een winkel in de Nieuwstraat een paar rolschaatsen te stelen. De dief werd op heterdaad betrapt en was in het bezit van de rolschaatsen. Langs de Moorselbaan werd een vrouw het slachtoffer van een pickpocket.
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=0U1QISA2_3, 11 april 2008

Allebei verwachten we een tweede klop op de deur, dit keer van de pickpocket. 'C'était une erreur, madame.' En dan legt hij het gestolen geld op bed.
Kristien Hemmerechts, Een jaar als (g)een ander, 2003

Antonio Banderas is in de Hongaarse hoofdstad Boedapest van zijn portefeuille beroofd. Toen hij op de luchthaven aankwam, werd hij bestormd door fans. Nadat hij in de auto was gestapt die hem stond op te wachten, merkte hij dat hij zijn portefeuille kwijt was. Volgens de Oostenrijkse krant Times is de politie van Boedapest ervan overtuigd dat een of meerdere pickpockets van de chaos in de menigte gebruikt hebben gemaakt om hun slag te slaan. Hoeveel geld er in Banderas' portefeuille zat, is niet bekend.
http://www.hln.be/hln/nl/944/Celebrities/article/detail/1405687/2012/03/08/Antonio-Banderas-beroofd-door-pickpocket.dhtml, 8 maart 2012