datum waarop men iets peilt.
datum waarop men iets peilt; datum waarop men kijkt of iets of iemand aan bepaalde criteria voldoet; datum waarop men kijkt naar zaken als hoeveelheid, stand, waarde, leeftijd etc. van iets of iemand.
Voorbeelden:
Het matig presterende aandelenfonds van Ohra deed het desondanks overigens nog iets beter dan de AEX-index die per dezelfde peildatum slechts een stijging te zien gaf van 6,3%.
http://www.wegwijs.nl/pages/wegwijs/getpage.php?action=infopage=pag50.htm
Taxaties gebeuren op basis van een peildatum die twee jaar voor het begin van het tijdvak ligt.
http://www.goes.nl/welkom/index.html
Verder baseert Onderwijs zijn cijfers op één peildatum: alleen de studenten die op 1 december bij de universiteiten staan ingeschreven worden geteld, en dan alleen nog degenen die op dat moment hun collegegeld al hebben betaald.
NRC, 1993
De peildatum voor de verplichte verzekering over heel 1994 was 1 november 1993.
Meppeler Courant, 1994
De bestuursrechter vraagt daarbij aan de gemeente om de situatie van het terrein zo volledig mogelijk in kaart te brengen, zoals die bestond op de peildatum van 1 februari 1984.
Meppeler Courant, 1996
De peildata voor de leeftijdsindeling bij jeugdcompetities worden in de aanschrijvingen daarvoor bekend gemaakt en moeten in acht worden genomen.
http://members. tripod. lycos. nl/pacelli/index. html
De rechter vindt nu dat de overheid inderdaad niet verstandig gehandeld heeft met het vaststellen van de peildatum op 31 december 1990.
Meppeler Courant, 1993