met de vorm van een peer.
met de vorm van een peer; de vorm van een peer hebbend.
Voorbeelden:
De sawo-appel van de sapotillaboom is een peervormige vrucht met een geelachtige schil en vruchtvlees van dezelfde kleur.
http://users.pandora.be/wvaerewijck/wrinat.html
Peervormig: als je meer vet rond de heupen hebt dan op je buik.
http://www.herbalbreda.geeftadvies.nl/homepage/show/pagina.php?paginaid=68314
En wat tekent de luitenant als het laat wordt en wat zijn z'n lippen smalletjes, en zijn oren worden groter naarmate de nacht vordert en het hoofd van de aal is werkelijk peervormig, een omgekeerde peer, met pluizig haar begroeid.
Jan Siebelink, Weerloos, 1984
Tomaten zijn er in verscheidene kleuren en vormen [...]. Rond, langwerpig, ovaal, kers- of peervormig, keuze genoeg om kreatief aan de slag te gaan.
De Standaard, 1995
Kaptollen waren niet paddestoel- maar peervormig: ze werden aan het draaien gebracht door een touw, om het spits toelopende gedeelte gewonden, met een ruk los te trekken.
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983