Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

peer

betekenis & definitie

Het begrip peer heeft 10 verschillende betekenissen:

1) vrucht van de perenboom.
sappige vrucht van de perenboom.
Zowel in toepassing op de rauwe vrucht als op de vrucht in bereide toestand.

2) iets peervormigs.
iets peervormigs, bijvoorbeeld een voorwerp in de vorm van een peer, of een op een peer lijkende vrucht van een plant die geen perenboom is.

3) muilpeer.
slag in het gezicht; muilpeer; mep; dreun; oorvijg.

4) perenboom.
boom waaraan peren groeien; perenboom.
Men onderscheidt verschillende soorten.

5) hout van de perenboom.
hout van de perenboom.

6) plant met op peren lijkende vruchten of knollen.
plant met op peren lijkende vruchten of knollen.
Alleen in een aantal samenstellingen.

7) lid van de adel.
iemand van adel in Groot-Brittannië; Brits lid van de adel, met name lid van adel in het Britse Hogerhuis.

8) gelijke.
iemand met een evenwaardige status; gelijke; collega.

9) vader.
vader.
Uit het Frans père. In die betekenis niet meer gebruikt. Alleen nog in de verbinding zijn peer [afzien, zien] (met).

10) kerel.
kerel.