Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

patat

betekenis & definitie

Het begrip patat heeft 6 verschillende betekenissen:

1) gerecht van gefrituurde aardappelstaafjes.
gerecht dat bestaat uit in staafjes gesneden aardappelen die men bakt in gesmolten vet of olie; gefrituurde aardappelstaafjes; friet; frieten; frites; patates frites.

2) portie friet.
portie friet.
Vaker als verkleinwoord.

3) aardappel.
eetbare knol van de aardappelplant, die gekookt, gebakken, gefrituurd of gepureerd wordt en gebruikt wordt als basisvoedingsmiddel in combinatie met andere groenten en vlees of vis; aardappel.

4) pats!.
pats!; klets!; boem!.
Als aanduiding van een doffe klap, maar ook om aan te geven dat iets plotseling gebeurt.

5) mep; klap; slag; oorveeg.
mep; klap; slag; oorveeg.

6) zware klap in figuurlijke zin.
zware klap in figuurlijke zin; moeilijk te verwerken ervaring of tegenslag.