Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

pandhuis

betekenis & definitie

bank van lening.

instelling die geld uitleent tegen inlevering van enig roerend bezit als onderpand dat de geldlener doorgaans binnen zekere termijn kan terugkrijgen na betaling van de leensom én de rente, of dat door de instelling wordt verkocht; bank van lening; lommerd.

Voorbeelden:
Als u uw goud als onderpand voor een lening gebruikt met de intentie het ook daadwerkelijk weer op te halen en de lening af te lossen, kan het pandjeshuis een prima alternatief zijn. De meeste mensen die goud verpanden doen dat ook met die bedoeling. In zulke gevallen is het pandhuis een serieus bedrijf dat eigenlijk net zo te werk gaat als een gewone bank.
https://www.goudbrief.nl/Pandjeshuis/, 2012

Pandhuizen krijgen het drukker nu de crisis zich steeds verder wortelt in de maatschappij. Steeds meer mensen die aan de grond zitten en op geen enkele andere manier aan geld kunnen komen kloppen er met sieraden en huisraad aan. Soms tegen woekerrentes van 20%. Het tegenwicht dat twee gemeentelijke pandhuizen met veel lagere rentes bieden is te weinig. Binnenkort komt er een nieuwe wet, die woekerrentes aan banden legt.
http://www.eenvandaag.nl/binnenland/39580/handel_bij_pandhuis_neemt_toe_, 2012

Consumenten kunnen sieraden of andere goederen naar een pandhuis of juwelier brengen en daar in bewaring geven. Zij ontvangen in ruil daarvoor contant geld. Als zij de beleende goederen weer terug willen, moeten zij het bedrag dat zij eerder ontvingen met de gevraagde rente terugbetalen. Deze rente - ook wel de pandhuisvergoeding - wordt met de nieuwe wet gereguleerd.
https://www.acm.nl/nl/publicaties/publicatie/12895/Nieuwe-regels-pandhuizen-stellen-maximum-aan-rente-op-leenvergoeding/, 2014

< >