(sub)tropische boom.
boom die in warme gebieden of in binnenruimtes de hoogte in groeit met bovenop een gewaaierde of gevederde kruin; tropische of subtropische boom die vanuit een stengelpunt groeit.
Voorbeelden:
Ik begon nu strandjes te onderscheiden: gele plekken die oplichtten als een uitnodiging om aan land te komen. Ook zag ik palmbomen, met daartussen huisjes van stro. De lucht was strakblauw, met hier en daar hoge witte wolken.
Pauline Slot, Zuiderkruis, 1999
'Dit is dus Spanje', mijmer ik als het vliegtuig een wijde bocht maakt boven de Middellandse Zee. Beneden dobberen witte bootjes, het water glinstert. Even later, buiten de luchthaven van Barcelona, wiegen palmbomen op de zuchten van een lauwe voorjaarsbries.
http://www.vakantiegenoegens.be/infoplein/Spaanse_goudkust.htm
