periode tussen een oude en nieuwe toestand.
globale dan wel exact begrensde periode die als voorbereiding of met geleidelijke wijzigingen voorafgaat aan een periode waarin de omstandigheden grondig veranderen; periode waarbinnen een overgang plaatsvindt; periode tussen een oude en nieuwe toestand.
Voorbeelden:
Vanuit dat overgangsparlement wil Buyoya een breed "nationaal debat" op gang brengen. "We moeten de democratie herdenken. Het is de bedoeling dat deze overgangsperiode zo kort mogelijk duurt. Maar ik kan niet zeggen hoe kort, vier maanden of twee jaar. Onze conflicten kunnen niet van vandaag op morgen worden opgelost."
De Standaard, 1996
Het vergt vele lange jaren om een vervormde geest te restaureren. Het veranderen van een geesteshouding waarmee je bent opgegroeid, als die van het kommunisme, vraagt een enorme kracht. En een nieuw inzicht dat niet alleen het vorige wegvaagt, maar ook vervangt, zin geeft aan je bestaan. Die overgangsperiode duurt lang, zij kan zich niet in enkele jaren voltrekken.
De Standaard, 1996
De hele maand januari wordt beschouwd als overgangsperiode om de klanten aan het nieuwe systeem voor drukwerk te laten wennen.
De Standaard, 1995
Op dit moment onderzoekt een interdepartementale werkgroep hoe gemeenten ertoe kunnen worden gebracht minder beroep te doen op de Algemene Bijstandswet. Het kabinet stelt een overgangsperiode van drie jaar voor.
NRC, 1995
In het nieuwe systeem worden alle liften geïnspecteerd door keuringsorganismen die desgevallend aanpassingen opleggen. In sommige gevallen zal de liftkooi moeten worden vervangen. Omdat niet alles ineens kan, wordt een overgangsperiode van vijf jaar ingevoerd.
http://www.bouwinfo.be/article.asp?action=read=545, 2001
De hervorming gaat in op 1 augustus 1998 en wordt na een zevenjarige overgangsperiode voorgoed van kracht in 2005.
De Standaard, 1996