niet-insulineafhankelijke suikerziekte.
stofwisselingsziekte die geleidelijk ontstaat door een verminderde gevoeligheid voor insuline en/of een afname van de insulineproductie, waardoor er te veel glucose (suiker) in het bloed blijft zitten.
Vooral vroeger zo genoemd omdat deze vorm van suikerziekte vaak ontstaat op latere leeftijd, maar als term misleidend, omdat de ziekte tegenwoordig ook steeds vaker op jongere leeftijd en zelfs bij kinderen voorkomt.
Voorbeelden:
Wie kunnen type 2 diabetes krijgen? In principe kan iedereen deze vorm van diabetes krijgen. Type 2 diabetes ontstaat meestal vanaf het 45ste levensjaar en wordt daarom ook ouderdomsdiabetes genoemd. Het is een fabeltje dat deze vorm van diabetes voorbehouden is aan alleen oude mensen. Daarom is de term ouderdomsdiabetes misleidend. Wel zijn er bepaalde groepen aan te wijzen die een verhoogde kans hebben op het krijgen van type 2 diabetes. Dit zijn: mensen met een overgewicht, waarbij het vet met name zit rond de buikstreek, mensen waarvan de ouders, broers, zussen diabetes hebben, vrouwen die tijdens een zwangerschap "zwangerschapsdiabetes" hebben gehad.
http://www.diabetesfonds.nl/
Er zijn twee vormen van diabetes: bij type 1 diabetes maakt de alvleesklier nauwelijks insuline. Deze vorm komt vanaf de kinderleeftijd voor. bij type 2 diabetes maakt de alvleesklier te weinig insuline en/of zijn de lichaamscellen minder gevoelig voor insuline. Deze vorm komt voor vanaf het veertigste jaar en wordt ook ouderdomsdiabetes genoemd. Vooral bij type 2 diabetes speelt erfelijkheid een rol.
http://home.tiscali.be/jantje/index.html
Type 2 diabetes. Ouderdomsdiabetes wordt soms ook nog wel voor dit type diabetes gebruikt. Ondanks de medicijnen kun je niet van type 1 of type 2 diabetes genezen.
http://www.diabetesfonds.nl/
De twee belangrijkste zijn diabetes type 1, soms ook nog 'insuline-afhankelijke diabetes' of juveniele diabetes genoemd, en diabetes type 2, ook 'niet-insuline-afhankelijke diabetes' of ouderdomsdiabetes genoemd. Deze twee vormen verschillen zo sterk van elkaar, zowel in symptomen, ontstaansmechanismen en behandeling als in een aantal belangrijke gevolgen, dat het bijna twee verschillende ziekten zijn. Ongeveer 6 op 100 volwassenen lijden aan een van beide vormen van suikerziekten, vooral dan type 2. Boven de 65 jaar zou dit aantal zelfs oplopen tot 16 op 100.
http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=dossier=59, 2000
De lichtere vormen waar niet zoveel insuline gespoten hoeft te worden, zoals de ouderdomsdiabetes zijn daarentegen in hun begin stadium meestal goed te beïnvloeden.
http://www.xs4all.nl/~apollo/wis.html
