Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

orgelman

betekenis & definitie

iemand met een draaiorgel.

iemand die voor zijn beroep, als bijbaan of uit liefhebberij met een draaiorgel loopt en muziek maakt.

Voorbeelden:
'Het allermooist klinkt een draaiorgel als je de muziek op een schemeravond op een afstand van zo'n 100 tot 200 meter hoort [...]. Maar ook van dichtbij klinkt het prachtig.' 'Zelf heb ik het liefst klassieke muziek', verklaart de orgelman, 'maar ik draai alle genres, van klassiek tot populair. In het zomerseizoen kun je me vaak in winkelstraten vinden. Ook voor bruiloften of openingen en natuurlijk het brengen van serenades word ik vaak gevraagd.'
Meppeler Courant, 1993

Maar bij het draaiorgel hoort de manser, die met de beroepsmatige twinkeling van Amsterdamse tofheid in zijn blik en zijn rammelende bakje je een gulden uit je zak probeert te chanteren [...]. Toch: ga de orgelman niet voorbij. Hij heeft een vergunning maar sinds de gemeente geen gitaren meer in beslag neemt (1965) wordt hij bedreigd door de vrije muzikanten.
NRC, 1994

Wie tijdens de zomermaanden naar activiteiten in eigen omgeving besluit te gaan loopt een goede kans om Piet Boomsma uit Ruinerwold met zijn draaiorgel ergens aan te treffen. Vrolijke muziek kondigt al van verre aan waar hij is te vinden. De 73-jarige orgelman heeft het druk en als het weer het toelaat luistert hij op verschillende plaatsen de evenementen met zijn kleine handdraaiorgel op.
Meppeler Courant, 1993

De uitvinding van het orgelboek in 1892 was heel belangrijk: het boek kon goedkoper en sneller gemaakt worden dan een cilinder, en bovendien kon het eindeloos lang spelen. Bij de cilinder was de muziek na één omwenteling afgelopen. Hooguit kon de cilinder zijwaarts verschoven worden, waardoor de orgelman zo'n 6 of 8 verschillende melodieën kon laten horen.
http://www.museumspeelklok.nl/speelklok/nl/spreekbeurt.2004.doc

Vroeger was een smartlap een stuk linnen dat beschilderd was met een soort stripverhaal waarin zoveel mogelijk ellende (moord, brand, etc.) werd verwerkt. Dat vond het publiek prachtig. Vaak zong de orgelman de bijgeschreven teksten en begeleidde hij zichzelf op zijn orgel. Veel draaiorgels werden gebouwd in Italië.
http://www.museumspeelklok.nl/speelklok/nl/spreekbeurt.2004.doc

Door de open deur kwam de orgelman het café in, groetend, babbelend, rammelend met zijn koperen bakje. Hier was nog zo weinig te halen dat Barend de munt die hij in zijn hand had genomen, terugdeed in zijn portemonnee en een andere ervoor in de plaats nam, uit mededogen. De orgelman liet het bakje rammelen vlak voor Barends gezicht. 'Spelen jullie ook verzoeknummers,' vroeg Barend.
Henk Romijn Meijer, Oprechter trouw, 2001

Op een kleinere boogscheut van mij af zat in een laar een orgelman op het mos, de handen voor de ogen, in diep gepeins verzonken. Naast hem stond zijn orgeltje en aan dat orgeltje draaide een aapje.
Karel Jonckheere, Miniaturen, 1979

Muziek, verdomd er was muziek. In de kleine hal leek het nog op accordeonmuziek, maar in de grote hal groeide het uit tot een tandenblikkerend draaiorgel [...]. De orgelman had de mouwen opgestroopt. Zijn nek was rood en zijn hemd vertoonde zweetplekken bij de oksels en op de borst [...]. We traden binnen onder marsmuziek, compleet met trommels, fluiten en trompetten en vele voeten stampten uitgelaten en dreunend op het parket.
Willem Brakman, De biograaf, 1975

Voor veel orgeldraaiers was het buikorgel zijn enige bezit. Alle verdiensten hingen af van de waardering van het publiek voor zijn spel. Het orgel moest ook in weer en wind de straat op. Vaak raakte het orgel ontstemd of kapot. De orgeldraaier kon dat vaak niet goed herstellen, zodat straatmuziek in de 19de eeuw soms afschuwelijk klonk. Daarom zorgde de orgelman (vaak vergezeld van zijn gezin, honden of een aapje) voor een goeie show om de aandacht van het publiek van de muziek af te leiden.
http://www.museumspeelklok.nl/speelklok/nl/spreekbeurt.2004.doc

< >