recht tot opsporing.
recht, bevoegdheid tot de opsporing van iemand of iets; recht om iemand of iets op te sporen; meestal in het bijzonder: bevoegdheid om onderzoek te doen naar strafbare feiten en/of naar de daders daarvan; opsporingsbevoegdheid.
Veel minder gebruikelijk dan het synoniem opsporingsbevoegdheid en in Suriname en België gebruikelijker dan in Nederland.
Voorbeelden:
In het voorontwerp van decreet werd een opsomming van de opsporingsrechten opgenomen die inhoudelijk grote gelijkenissen vertoonde met de toezichtrechten die eerder al in het Milieuhandhavingsdecreet waren opgenomen.
http://bramvandromme.be/2009/07/24/een-stevige-aanpassing-van-het-milieuhandhavingsdecreet/, 24 juli 2009