Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

oogstseizoen

betekenis & definitie

seizoen om te oogsten.

seizoen, periode waarin men de opbrengst van een gewas, een fruitsoort e.d. inzamelt; seizoen van de oogst.

Voorbeelden:
Roestachtige schimmels konden de CO2-opname van de bladeren stilleggen en de plant verstikken. Maar als die ziektes achterwege bleven en de oogst slaagde, ontstond er in het oogstseizoen grote vraag naar werkkrachten. Het plukken gebeurde met de hand en was erg arbeidsintensief.
Tommy Wieringa, Alles over Tristan, 2002

De aspergerijenfrees wordt gebruikt om de rug op te maken en is tevens geschikt om tijdens het oogstseizoen het bed te onderhouden.
http://www.imants.com/nl/

De aardappelsector kampte in 2000 met hoge voorraden, slechte kwaliteit en een verkrapte afzet via de verwerkende industrie, een nawee van het desastreus verlopen oogstseizoen 1998.
http://www.cebeco.nl/2000jv.pdf, 2001

< >