hemd als onderkleding.
vaak mouwloos hemd dat doorgaans onder een overhemd op het blote lijf wordt gedragen.
Voorbeelden:
Toen hij zijn onderhemd over zijn hoofd trok onthulde hij een slank en breedgeschouderd bovenlichaam.
Herman Pieter de Boer, Het damesorkest en andere stadsverhalen, 1977
Achter het satijn van haar onderhemd welde haar boezem op.
Erwin Mortier, Marcel, 2002
Ze pakte zijn heup, wurmde hem uit zijn hemd en zijn onderhemd.
Joyce Roodnat, 't Is zo weer nacht, 2001