afwijkend van het typisch Hollandse.
afwijkend van wat doorgaans, al dan niet terecht, als typerend voor Holland of de Hollanders wordt gehouden; niet in overeenstemming met een typisch Hollandse eigenschap of toestand; on-Nederlands.
Voorbeelden:
Hoe klein ons land ook is, wij Hollanders staan ons er op voor dat we groots zijn. Vooral als het gaat om positieve zaken, dan doen wij voor niemand onder in de wereld. Wij hebben oude meesters in de schilderkunst, zijn het grootste exportland van bloemen en hebben onlangs zilver gepakt op het wereldkampioenschap voetbal. Gaat het om negatieve zaken zoals sociale onrust, criminaliteit of politieke chaos dan heet dat on-Hollands. En juist die houding is echt Hollands.
http://www.psycholoogwijnberg.nl/media/columns-en-archief/on-hollands/, 2 mei 2011
Meijering componeerde tot nu toe niet zelden uitstekend klinkende korte stukken in een on-Hollands luchtige stijl, maar de grote vorm en het bijpassende kader voor een tragische opera beheerst hij vooralsnog niet.
NRC, 1995
De verwachte Eurojackpot staat op vrijdag 19 juli op € 41 miljoen. Word on-Hollands rijk met Eurojackpot.
http://www.youtube.com/watch?v=tuA72p6KAOE, 19 juli 2013
