Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

nuk

betekenis & definitie

gril.

onredelijke, uit een plotselinge stemming voortkomende onvriendelijke of lastige bui of daad; onvoorspelbare stemming of daad die blijk geeft van eigenzinnigheid en weerspannigheid; gril.

Voorbeelden:
Zonder verder acht te slaan op zijn afkerige blik vlucht ze naar de keuken. Hij is een puber, denkt ze. Gun hem tijd, voeg je naar zijn nukken, doe concessies. Wacht af. 'Zal ik een tosti voor je maken?'
Kees van Beijnum, De vrouw die alles had, 2002