luieren.
bewust niets uitvoeren; luieren.
Voorbeelden:
Ik zal het anders zeggen: als het is om niks te doen, dan blijf ik liever thuis. Daar is namelijk alles voorhanden om uitgebreid niks te doen. En in de maanden juli en augustus word ik daarbij prima geholpen door mijn medemensen, die allemaal ergens heen zijn en dus niet phonen of faxen of mailen of mij anderszins afhouden van wat ik hier op aarde misschien wel het allerliefste doe: niksen. Ach, ik scheer wel eens een haag of ik maai wat gras, maar dat zijn van die dingen die bij 'niks doen' horen.
Josse De Pauw, Werk, 2000
Sneeuwvakantie, gezellig bij de haard niksen met vrouw en kinderen.
De Standaard, 1995