tjilpende zangvogel.
kleine zangvogel die voorkomt in verschillende soorten met een vaak bruine rug en grijze buik, waarvan in onze streken vooral de huismus bekend is die zich als tsjilpende standvogel graag ophoudt in de woongebieden van mensen; vaak ook specifieker in toepassing op de huismus.
Voorbeelden:
Passer is een geslacht zangvogels uit de familie van mussen en sneeuwvinken (Passeridae). Tot de familie behoren de bekendste en meest algemene soorten mussen, in het bijzonder de huismus en de ringmus. De meeste soorten komen hoofdzakelijk in Eurazië voor, alhoewel de huismus zich als cultuurvolger tevens heeft verspreid over Noord-Amerika en Australië. Ook de ringmus verspreidt zich langzaam over de andere continenten.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Passer_(geslacht), 2010
De Huismus, Passer domesticus. Hij is een lid van de wevervogels, ook al zou je dat niet zeggen als je zijn nest bekijkt. Zijn verspreidingsgebied omvat het grootste deel van Eurazië, noordwest Africa en de Nijlvallei. Op het eiland Sardinië komt de Spaanse Mus voor. Deze mus kruist, op plaatsen waar beide soorten mussen voorkomen, met de huismus en het resultaat is de Italiaans Mus. Daarnaast komt in West Europa ook nog de Ringmus (Passer montana) voor. Maar de huismus en de ringmus komen nooit tegelijkertijd op dezelfde plaats voor.
http://www.ivn.nl/docs/200801091748024047.pdf?&username=guest@ivn.nl&password=9999&groups=IVN&banner=6&province=LI®ion=maasdorpen, 2008
Er zijn twee soorten mussen in Nederland en de Huismus is van beide soorten de meest talrijke. De andere soort is de Ringmus. Deze komt 10 keer zo weinig voor als de Huismus. Ze lijken op het eerste gezicht sterk op elkaar, maar er zijn toch wel opvallende verschillen. De Huismus heeft een grijze kruin, de Ringmus een bruine. Daarnaast heeft de Ringmus een duidelijke witte ring om de hals.
http://www.ivnvechtplassen.org/ivn_vogels_stad_dorp/Huismus_passer-domesticus.html
Behalve voer op de voedertafel of in een voederhuisje kunt u ook vetbollen opgehangen. Mezen, maar ook mussen en spreeuwen zijn hier dol op.
http://ourworld.compuserve.com/homepages/henkmerts/voglvoer.htm
Zelfs als onze trouwste standvogel, de mus, mistroostig de veren opzet en als de winterzanger of heggemus als een stom verschoppelingetje rondzwerft, is het winterkoninkje nog opgeruimd.
De Standaard, 1996
Ze hoorden alleen de wind in de boomkruinen, hun voetstappen op het klinkerpad, het sjirpen van mussen die een zandbad namen.
Oek de Jong, Hokwerda's kind, 2002