Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

mulat

betekenis & definitie

halfbloed geboren uit blanke en zwarte ouders.

halfbloed met een gemengde zwarte en blanke afstamming.

Voorbeelden:
De Zaïrese premier is een mulat, het kind van een Poolse vader en een Rwandese Tutsi-moeder.
De Standaard, 1996

Het was nog donker wanneer de mannen uit de buurt de eerste emmers brachten. Mestiezen, indianen, een enkele mulat.
Jan Brokken, Voel maar, 2001

Ze heeft zwart sluik haar, haar gezicht oogt Japans, haar huidskleur eerder Indisch, wellicht is ze een mulat.
http://www.brakkehond.be/77/paauw1.html, 2002

Ze hadden vele 'lieden van gemengd bloed' (mestiezen, mulatten) voldoende geassimileerd om hun dienaren en bondgenoten te worden tegenover indianen en als slaven ingevoerde negers.
Anton Constandse, Het weerbarstige woord, 1981