Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

motorgeronk

betekenis & definitie

ronkend geluid van een motor.

ronkend geluid dat voortgebracht wordt door een draaiende motor.

Voorbeelden:
Om half zes de volgende morgen werd hij wakker door het motorgeronk van een vissersboot die uitvoer.
Kasper van Zuilekom, Het Primus inter Pares Project, 2001

De reclame-vliegtuigen snorren al door de lucht, de radio geeft het laatste nieuws over het aantal toeschouwers, en in de verte is motorgeronk te horen.
Bob den Uyl, Het morele verval, 1977

De Russische batterijen spoten onophoudelijk vuur. De straten [...], gehuld in een nevel van kruitdamp en blauwe dieselwalmen, waren vol met colonnes soldaten, paarden en tanks. Motorgeronk van zware vrachtwagens en rupsvoertuigen, hoefgetrappel en gehinnik.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, 1983

< >