belangrijkste moment.
moment dat van beslissende betekenis is; belangrijktste moment; hoogtepunt.
Voorbeelden:
Bij de VVD is Lubbers totaal afgeschreven. Maar hoe staat het in zijn eigen CDA? Aanvankelijk gingen alle verliespunten van het WAO-weekeinde naar fractieleider Brinkman. Hij had de overstap naar de VVD gemaakt, om vervolgens vlak voor het moment suprême, en nadat de PvdA tot inkeer was gekomen, weer naar huis terug te keren.
NRC, 1993
En altijd opnieuw dat waterdichte zinnetje 'de democratisch verkozen leiders van de acht machtigste landen ter wereld'. [...]. En dan zie je Bush hartelijk lachen om iets wat Chirac hem in het oor fluistert (in welke taal?), en Verhofstadt die met zichzelf van contentement geen blijf weet, en dan moment suprême, de leiders van de zes of acht armste landen die ook een handje mogen komen schudden, zich gedragen als arbeiderskinderen op het jaarlijkse kerstfeestje van de baas van hun vader.
Kristien Hemmerechts, Een jaar als (g)een ander, 2003
Regisseur en scenarist komen moeilijk ter zake. In afwachting van het moment suprême wordt de kijker onledig gehouden met vele grapjes over het verschil in huidskleur van John en Charlie.
De Standaard, 1996