middelhoge vrouwenstem.
zangstem bij vrouwen met een bereik tussen dat van de sopraan en dat van de alt in.
Voorbeelden:
De dood is een vrouw, wier lieftallige mezzosopraan, onderlijnd door klokjesgebimmel, hier klinkt, daar klinkt, fluweelderig mooi, over grote verten.
Jeroen Brouwers, Zonsopgangen boven zee, 1983
Haar heldere mezzosopraan mocht soms wat meer kracht en in de diepere regionen meer kleur en substantie hebben.
De Standaard, 1996
De melodische lijnen van de mezzosopraan verbeelden het huilen.
NRC, 1993