algemene, donkere zangvogel.
veel voorkomende, middelgrote zangvogel uit de familie van de lijsters die als vrouwtje donkerbruin en als mannetje zwart is; zwarte lijster.
Voorbeelden:
De merel, van oorsprong een schuwe bosvogel, kunt u tegenwoordig in elke tuin zien en horen.
http://www.xs4all.nl/~teledier/ehbo/index.html
De merels zijn heel luidruchtig aan het genieten van de vuurdoornbessen.
Meppeler Courant, 1995
Een paartje koolmezen had het kastje aan de achterste berk in bezit genomen en was druk doende met het verzamelen van nestmateriaal. In de heg zat een merel al op eieren.
Koos van Zomeren, De man op de Middenweg, 2001
De merel was ermee opgehouden, aan de kastanje bewoog geen blad meer.
Oek de Jong, Hokwerda's kind, 2002
Op de paal buiten zit de merel maar het is te laat nu om nog te zingen. De grens van de schemering is overschreden, het is nu donker. In de zomer mag je in het donker fluiten, in het voorjaar niet.
Jos Ghysen, Zoals zand tussen de vingers, 1984
In de steden leven er ook mannelijke merels die het zingen verleerd hebben en die zich niet bemoeien met het voeren van de jongen. Er leven daar zelfs vrouwelijke merels die het verschil tussen de seizoenen niet meer kennen en die in de winter proberen te broeden.
De Standaard, 1996