rechtopstaande steen.
grote, rechtop geplaatste, langwerpige steen uit de prehistorie in Keltische gebieden, vaak met andere exemplaren in een patroon geschikt.
Voorbeelden:
Rondom Carnac vindt men duizenden menhirs, letterlijk betekent dit 'grote stenen'. Ze zijn neergezet in kilometerslange rijen als alignement, in een halve cirkel, in een cromlech gerangschikt of afzonderlijk als reusachtige menhirs tussen heidestruiken.
http://www.adventurediving-dilbeek.be/ah1203Carnac.htm
Zonnewijzers. Ongeveer 5000 jaar geleden werden grote menhirs in bepaalde figuren geplaatst waarmee men in staat was bepaalde momenten van het jaar te bepalen. Stonehenge is daar een goed voorbeeld van. Het waren kalenders.
http://www.chronos.nl/NL/index.html
Het Neolithicum ging vanaf omstreeks 2100 v.C. geleidelijk in de bronstijd over en dat betekende het definitieve einde van de Steentijd. Over de bouwwijze bestaan alleen maar theorieën. Vroeger dacht men dat de hunebedbouwers enorm sterke reuzen (huynen, vandaar de naam) waren, zoals Obelix die in Bretagne met veel gemak met menhirs zeulde.
http://users.bart.nl/~jbmeijer/