Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

mastiff

betekenis & definitie

grote hond met rimpelige huid.

oorspronkelijk uit Groot-Brittanië afkomstige, grote hond met een brede kop met een vlak voorhoofd, hangende zwarte oren, een zwarte snuit en neus en een rimpelige huid die de reputatie heeft gevaarlijk te zijn en wordt gebruikt als beschermhond en waakhond; Engelse dog.

Voorbeelden:
De politie start met een meldpunt voor hondenproblemen. Na de talrijke incidenten wil de politie een zicht krijgen op het probleem. De commissaris van zone City: "We willen een sociale kaart van de houders. Zo vernemen we dat er in de stad gevechten tussen pitbulls georganiseerd worden, maar niemand weet waar. Er zijn minstens tien gevaarlijke rassen, maar denk vooral aan rottweilers, mastifs en Duitse herders."
Koen Peeters, Acacialaan, 2001

Het college van burgemeester en wethouders hebben twee Helderse hondenbezitters een aanlijn- en muilkorfgebod voor hun hond c.q. honden opgelegd. Dit heeft de gemeente woensdag bekendgemaakt. Deze honden, twee American Bully's en een Mastiff, hebben kort geleden andere honden aangevallen en doodgebeten. Ze mogen voortaan alleen nog kort aangelijnd en gemuilkorfd worden uitgelaten.
http://www.dogs4life.nl/forum/phpBB2/viewtopic.php?t=30842&highlight=&sid=e315ca0ac541d40fdda331ecc7696e28, 12 juli 2011

< >