Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

mantel

betekenis & definitie

Het begrip mantel heeft 8 verschillende betekenissen:

1) lang wijdvallend schouderkleed.
lang, wijdvallend kleed dat over de schouders wordt gedragen, meestal bij speciale, vooral plechtige, gelegenheden.

2) lange wijdvallende overjas.
lange overjas, meestal vrij wijd vallend, die buiten wordt gedragen.

3) laag veren of haren.
laag veren bij vogels of een laag haren bij andere dieren, die meestal de schouders en een gedeelte van de rug, vooral de bovenrug, bedekt.

4) rugbedekking bij dieren.
rugbedekking bij dieren.
Vaak bij insecten of weekdieren, bijvoorbeeld schelpen.

5) omhulsel van iets.
omhulsel van iets, bijvoorbeeld van een gebouw of een voorwerp; bedekking van iets; bekleding van iets; laag die op of om iets heen zit.

6) laag van een planeet.
laag van een planeet die zich direct onder de korst bevindt.
Meestal met betrekking tot de aarde.

7) onderdeel van een effect.
onderdeel van een effect dat het eigendomsbewijs of schuldbewijs is van een aandeel of obligatie en dat vermeldt of het om een obligatie of een aandeel gaat, van welke onderneming of instelling dit aandeel is en wat de rechten van de belegger zijn en dat vaak de vorm heeft van een gevouwen blad, waarin dan het couponblad of het dividendblad, het andere deel van het effect, ligt.

8) type schelp.
schelp die tot de mantelschelpen behoort.
Vooral in enkele verbindingen en in los gebruik en in het meervoud ook om een schelpenfamilie aan te duiden.