Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

mango

betekenis & definitie

Het begrip mango heeft 2 verschillende betekenissen:

1) tropische steenvrucht.
tropische steenvrucht met een oneetbare en stevige, oranje-groene, glanzende schil en geurig, zeer sappig, oranjegeel vruchtvlees.

2) mangoboom.
boom waaraan mango's groeien; mangoboom.

< >