wegdek van steenslag.
wegverharding die bestaat uit een ondergrond van keien waarop met een wals twee lagen fijner steenslag ineengedrukt zijn.
Voorbeelden:
Zalige fietsdag. Eerst lange steile klim - goddank konden we een vrachtwagen vastgrijpen [...]. Toen we boven waren, volgde er een stuk macadam waarna de lang aangekondigde en gevreesde piste met wat Bart 'potopoto' noemt, de gesel van de Zaïrese wegen. 'Potopoto' is een laagje kleverige rode modder op zand.
Kristien Hemmerechts, Een jaar als (g)een ander, 2003
Ze volgen een landelijke weg met opgeschoten bermen [...]. Om de tien meter heeft het macadam een naad, gevuld met teerasfalt. Voor- en achterbanden klepperen kort na elkaar over die regelmatige oneffenheid.
Peter Terrin, Kras, 2001