Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

maandenlang

betekenis & definitie

enige of vele maanden durend.

die of dat verschillende maanden duurt; gedurende enige maanden; vaak met de nadruk op de voortdurende herhaling of lange duur van het genoemde, en daardoor op de intensiteit, saaiheid of verveling die ermee samenhangt: verscheidene maanden na elkaar aanhoudend; onafgebroken gedurende enige maanden.

Voorbeelden:
In een kleine border is het verstandig om planten te kiezen die maandenlang bloeien.
http://www.intratuin.nl/

De besprekingen over de vorming van een regering leverden maandenlang geen resultaat op.
De Standaard, 1996

Ook vorig jaar heerste er maandenlang onrust.
De Standaard, 1996

De vakbonden vragen al maandenlang duidelijke informatie over de toekomst van het bedrijf.
De Standaard, 1996