Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

loper

betekenis & definitie

Het begrip loper heeft 8 verschillende betekenissen:

1) iemand die hardloopt.
iemand die hardloopt voor de sport of uit liefhebberij, bv. een hardloper, veldloper, marathonloper of jogger.

2) iemand die te voet gaat.
iemand die loopt; iemand die te voet gaat; iemand die graag of vaak te voet gaat.

3) bezorger; koerier.
iemand die voor zijn beroep of als bijverdienste geld of goederen bezorgt; bezorger of koerier.

4) dier dat loopt.
dier dat loopt of dat snel kan lopen.

5) schaakstuk.
schaakstuk dat diagonaal zo ver men wil over niet-bezette velden verplaatst mag worden.

6) lang en smal tapijt.
lang en smal tapijt dat gebruikt wordt om over te lopen.

7) sleutel.
sleutel die op verschillende sloten past.

8) molensteen.
bovenste molensteen van een handmolen.