exponent bij rekenkundige bewerking.
exponent van de macht waartoe een gegeven grondtal (doorgaans 10 of 2,71828) verheven moet worden om een bepaald getal te verkrijgen.
Voorbeelden:
Bij het aanleren van sinus, cosinus en logaritme kan men nog gemakkelijk praktijkvoorbeelden aanhalen om dit aanschouwelijk te maken.
http://www.math.leidenuniv.nl/~naw/serie5/deel03/sep2002/pdf/beukers.pdf, september 2002
In Nederland worden files al langer niet meer in kilometers, maar in de duidelijkere vertragingstijden uitgedrukt. "Maar daar staat de informatisering verder dan in Vlaanderen. De telgegevens van de files worden er door simpele ingebouwde logaritmes omgezet in vertragingstijden."
De Morgen, 2002
Logaritmen zijn bedacht om vergelijkingen zoals 2x = 7 te kunnen oplossen. De definitie van logaritme is: gx = a is gelijkwaardig met x = glog a. De oplossing van 2x = 7 is dan: x = 2log 7 = 2,80735... Dit getal is de verzevenvoudigingstijd bij een groeifactor van 2.
http://www.pascal-online.nl/pascal/pagina.asp?pagkey=10146
Elke zwart-wit film heeft een karakteristieke kurve waarin weergegeven wordt hoe de zwarting van de film toeneemt naargelang de intensiteit van de belichting. Deze kurven kan je krijgen bij de fabrikant van de film. De horizontale schaal geeft de logaritme van de belichting, terwijl de vertikale schaal de logaritme van de zwarting weergeeft.
http://users.skynet.be/tranquillity/index2.htm
Kan iemand een kind uitleggen waarom het moet tellen? Waarom het alfabet? De tafels? Logaritmen? Taal? Zoals de cultuur nu is wordt ze in stand gehouden en voortgezet doordat ervaringen van enige honderden eeuwen gecodeerd, in enkele jaren kunnen worden doorgegeven als basis voor verdere ontwikkeling.
Dick Hillenius, Het principe van nieuwsgierigheid, 1978