vijfregelig puntdicht.
vijfregelig, speels puntdicht met rijmschema aa bb a en doorgaans een vast metrum, dat in de eerste regel vaak een persoon en een plaatsnaam introduceert en in de laatste regel aan de geschetste situatie een grappige of groteske wending geeft.
Voorbeelden:
In de limericks van Lear, die bestaan uit vijf regels, waarvan de laatste regel de eerste ten dele herhaalt, wordt in de tweede regel verteld wat er met iemand aan de hand is, in de derde en vierde wat er aan gedaan wordt en in de laatste regel wordt de oplossing van het probleem gegeven, of alleen maar geconstateerd dat het nu eenmaal zo is en dat er niets aan te doen is [...]. Maar meestal gaat het drastischer toe: there was an old person of Rimini, who said, "gracious! goodness! o gimini!' When they said, "please be still!' she ran down a hill, and was never more heard of at Rimini.
Carel Peeters, Alles moet over, 1979
Van 12u30 tot 15u vertelt de dichteres [...] over rijm en vormen van gedichten, zoals de haiku - dat is een type gedicht afkomstig uit Japan - of de limerick, een rijmend gedicht met vaak een verrassende grap op het eind.
NRC, 1995