Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

lijfeigene

betekenis & definitie

Het begrip lijfeigene heeft 4 verschillende betekenissen:

1) iemand die toebehoort aan een ander; slaaf.
iemand die toebehoort aan een ander; iemand die niet in vrijheid leeft, maar toebehoort aan een meester en zich naar diens wil moet schikken; slaaf.
Letterlijk: iemand die met het lijf, het lichaam, toebehoort aan een meester.

2) in het feodale stelsel: leenman; horige.
in het middeleeuwse, feodale leenstelsel: iemand die een leen, zoals een grondgebied, heeft ontvangen van een leenheer aan wie hij in ruil zekere prestaties en militaire bijstand is verschuldigd in een persoonlijke band van trouw; leenman; vazal; ook wel: boer die zich heeft onderworpen aan een machtige heer in ruil voor een deel van de oogst; horige.
Ook in toepassing op personen die in dienst van een abdij.

3) iemand die voor een landeigenaar moet werken.
in andere, modernere culturen, zoals de Russische en de Indiase: iemand die in dienst van een landeigenaar moet werken.

4) iemand die afhankelijk is van een ander.
persoon die geheel onderworpen is aan iemands macht en onderdanig volgens diens wil handelt; iemand die totaal afhankelijk is van iemand of iets; ondergeschikte, afhankelijke persoon; slippendrager.

< >