woordenboekschrijver.
iemand die voor zijn beroep de lexicografie beoefent; iemand die werkt of heeft gewerkt aan een woordenboek of aan woordenboeken; iemand die een woordenboek of woordenboeken heeft gemaakt.
Voorbeelden:
Het INL heeft buitenlandse lexicografen opgeleid voor het opbouwen van een taaldatabank en het samenstellen van grote, nationale woordenboeken.
http://www.inl.nl/
De lexicograaf die zijn woorden vindt door ze uit de krant te knippen en op te slaan in schoenendozen, behoort tot het verleden.
http://www.inl.nl/
Tony Blair bezorgt de lexicografen overwerk: de samenstellers van de Collins Dictonary hebben al dertig van Blair afgeleide woorden ontdekt.
Dd, 2001
Woordenschat beheersen impliceert niet alleen dat men de woorden begrijpt. Men moet ze ook nog juist kunnen gebruiken en combineren. Voor de lexicograaf is het dus niet alleen belangrijk deze woordcombinaties snel te kunnen opsporen en identificeren maar eveneens ze gemakkelijk en snel toegankelijk te maken voor de gebruiker.
http://www.kuleuven.ac.be/vlr/011lexico.htm
Toch zijn heel wat actuele en populaire woordenboeken nog steeds niet op een corpus gebaseerd, maar op de individuele intuïtie van de lexicograaf.
http://www.kuleuven.ac.be/vlr/011lexico.htm