Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Laplander

betekenis & definitie

iemand uit Lapland.

iemand die afkomstig is uit Lapland; inwoner van Lapland.

Voorbeelden:
In het rijtje WK-sterren van 1994 mag na het duel om de derde plaats tussen Bulgarije en Zweden de naam van de kleine Laplander niet meer ontbreken. In deze 'kleine finale', die weliswaar zelden serieus wordt genomen, maakte Brolin duidelijk dat hij tot de beste aanvallende middenvelders van de wereld behoort.
NRC, 1994

In mijn Mechels pak wil ik niet ten achter blijven in oosters eerbetoon, druk mijn handen tegen elkaar op borsthoogte en murmel het enig Indiaas woord dat ik als groet en dank heb geleerd: 'sjoekria'. Een Vlaming die veel heeft leren relativeren is immers ook tevreden als een Laplander hem zou zeggen: 'dank u, meneer'.
Karel Jonckheere, Miniaturen, 1979

Ik verlangde opeens erg terug naar de tijd dat er nog toneel werd gespeeld met gaslicht. Ik hoorde niet meer bij deze mensen, ze waren mij vreemd als Laplanders, ik die nog wist van de Eerste Wereldoorlog.
Willem Brakman, De biograaf, 1975

< >