zoetwaterkabeljauw.
geel gemarmerde kabeljauwachtige met een langgerekt, aalvormig lichaam en een baarddraad aan zijn kin die in helder, koud, zoet water leeft; zoetwaterkabeljauw.
Voorbeelden:
In het voorjaar van 1991 stootte de Gasunie bij grondwerkzaamheden voor een gasleiding nabij Orvelte op botresten van een mammoet [...]. Men vond in de buurt de resten van vissoorten als tiendoornige stekelbaars, pos, kwabaal en winde; vissen die ook nog voorkomen in Noordwest Europa.
NRC, 1993
Kwabaal (Lota lota (Linnaeus, 1758)). Habitateisen en knelpunten. De kwabaal komt voor in helder stromend water of in betrekkelijk schone, diepe meren.
http://home.wxs.nl/~hwdenie/
Onderzoekers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) vingen donderdag in Balen de eerste kleine kwabaal die geboren en opgegroeid is in de Grote Nete. Kwabaal of zoetwaterkabeljauw verdween uit onze waterlopen in de jaren vijftig en zestig [...]. De kwabaal kwam in bijna elke waterloop in Vlaanderen voor en was het authentieke visingrediënt van de Gentse waterzooi.
http://www.demorgen.be/dm/nl/5381/Bedreigde-Dieren/article/detail/1126480/2010/06/29/Na-meer-dan-40-jaar-opnieuw-kwabaal-in-Grote-Nete.dhtml, 29 juni 2010
Kwabaal of zoetwaterkabeljauw verdween uit onze waterlopen in de jaren '50 en '60. De kwabaal is de enige kabeljauw die leeft in zoet water. Volwassen kwabalen eten bijna alleen maar vis en kunnen tot meer dan 1 meter groot worden.
http://www.vilt.be/Zoetwaterkabeljauw_duikt_terug_op_in_Vlaamse_rivieren, 29 juni 2010
Een kwabaal zie je zelden nog in Nederland, dit omdat deze vis een erg bedreigde diersoort is [...]. De kwabaal heeft een langgerekt lichaam [...] met een brede, afgeplatte kop. Dit beest heeft een licht overstandige, grote bek. Vooral is dit beest te herkennen aan zijn baarddraden namelijk: 1 lange opvallende baarddraad midden op de onderkaak en 2 kleinere baarddraden op de neusgaten.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/vissen/23607-kwabaal-kabeljauwachtige-lota.html
De kwabaal hoort tot de kabeljauwachtigen en heeft opvallende mengsels van kleuren over zijn lichaam heen, vaak lichtbruin/rood tot geelachtig met donkere marmering. De buikvinnen zijn nog voor de borstvinnen geplaatst. Ook erg herkenbaar is dat de eerste rugvin vrij kort is en de tweede rugvin (+ de aarsvin) extreem lang. Gemiddeld wordt de kwabaal 30 tot 60 cm groot. Maximaal tot 100 cm.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/vissen/23607-kwabaal-kabeljauwachtige-lota.html
De Engelse naam voor de kwabaal is 'burbot'. In het Duits heet hij 'Quappe' of 'Rutte'. Ook in Nederland bestaan er vele verschillende benamingen voor deze vis. Nijssen & de Groot (1987) noemen de volksnamen 'aalkwab', 'aalpad', 'aalskoet', 'kwab', 'kwabbe', 'kwalaal', 'kwakaal', 'merkor', 'pudde', 'puitaal', 'rauwweeraal' en 'weeraal'. De bijnaam 'puitaal' is zeer verwarrend, aangezien er ook een zeevis bestaat (Zoarces viviparus) met als officiële naam puitaal. Ook de bijnaam 'weeraal' kan verwarring opleveren, doordat deze bijnaam ook voor de grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) gebruikt wordt (OVB, 1986). Het woord 'kwab' verwijst volgens de woordkunde naar iets 'slijmerigs', 'lilligs' of 'weeks'. De naam kwabaal is dus niet bepaald een koosnaampje (Lucas, 1996).
www.sportvisserijnederland.nl/include/downloadfile.asp?id=900, 2008