sierduif die zijn krop opblaast.
sierduif met een slank lichaam, lange smalle vleugels, een lange staart en hoge, geheel bevederde poten die zijn krop zo zeer kan opblazen, dat zijn kop er bijna geheel in wegzinkt.
Voorbeelden:
De kropper dankt zijn naam aan het feit dat hij zijn krop helemaal kan opblazen, wat een indrukwekkend gezicht is. De kropper is een joviale kerel, die er waardig uit ziet. Als je hem aanspreekt toont hij je meteen zijn prachtige, ronde krop. De kropper is te trots om voor huisvader te spelen. De liefhebbers van deze duivensoort houden er daarom een hok met voedsterduiven op na, die de kropper jongen groot brengen.
http://www.postduiven.com/promotie/duivenbase/index.htm
Nog maar 200 jaar geleden werden de raadsheer, de tuimelaar, de kropper, de carrier, de hoogvlieger of de dragoon gebruikt als postduif.
http://www.postduiven.com/promotie/duivenbase/index.htm
De kropper is de aristocraat onder de duiven.
http://www.postduiven.com/promotie/duivenbase/index.htm
Het is een lange slanke vogel, die op dunne, lange poten door het leven gaat. Omdat die poten ook nog eens geheel en al bevederd zijn, lijkt het net alsof de kropper altijd zijn zondagse pak aan heeft. Het zondagse pak van de kropper komt in heel wat verschillende kleurschakeringen voor: zwart, rood, geel, blauw, bont etc.
http://www.postduiven.com/promotie/duivenbase/index.htm
Wie zich toentertijd hechtte aan een lam, een geitje, een gans of een haantje, was een naïeve zelfkweller. Die beesten waren bestemd voor de pot en daar hielp geen lievemoederen aan. Dat soort liefde leidde tot grote kindertragedies. Kinderen die thuis sierduiven (smirrels, kroppers, pauwstaarten, kapucijntjes ...) mochten houden, waren het best af.
De Standaard, 1997