karbonade.
lap vlees met een bot, gesneden van de schouder, rug, lende of hals van bijvoorbeeld een varken, lam of kalf; karbonade.
Als iemand bij de slager koteletten bestelt, bedoelt hij varkenskoteletten. In andere situaties ook wel in toepassing op een dergelijk stuk vlees gesneden uit ander slachtvee of uit wild.
Voorbeelden:
Nog steeds gaan mijn vader en moeder uit eten in het ziekenhuisrestaurant. Ze zitten achter een formicatafeltje, snijden hun koteletten, overgieten de boontjes met pepersaus en knikken naar de patiënten die, geketend aan een infuus, in de nabijgelegen ruimte vol hartstocht hun sigaretjes roken.
Manon Uphoff, Hij zegt dat ik niet dansen kan, 2000
"Ziezo, we kunnen aan tafel!" hoor ik Gras opeens roepen [...]. "Nog eventjes die koteletten draaien. Zet jij die glazen dan weg, Romain? De borden staan klaar in de keuken."
Clem Schouwenaars, Gras, 1982
Peter Jan greep zijn glas bier en dronk aandachtig, alsof het hem allemaal niet aanging. De nichten uit Limburg maakten zich klein, de Westvlamingen zeiden "allez, allez" en namen een tweede kotelet.
Gaston Durnez, Kermis, 1978
Soms snijdt men uit het reevlees ook koteletten of reebiefstukjes. Het roodbruine vlees is zeer fijn en hoeft u niet te marineren. Men braadt het vlees vrijwel altijd rosé.
http://www.xquis.com/_scripts/search_products.pl?query=16