huisklok met koekoeksroep.
huisklok met een mechanisme waardoor bij het slaan het geluid van een koekoek klinkt en meestal een vogeltje verschijnt uit de uurwerkkast die traditioneel de vorm heeft van een huisje.
Voorbeelden:
Als vader de kamer weer inkomt slaat de koekoeksklok op de gang acht uur. Hoor je de koekoek vraagt vader en hij heft zijn wijsvinger in de lucht. Hardop telt hij de acht slagen mee.
R.J. Peskens, Twee vorstinnen en een vorst, 1976
Opnieuw hief hij de kijker en keek. De meesten waren al naar bed. Een enkel raam was nog verlicht [...]. Aha! Daar was de familie met de vele koekoeksklokken. Er hingen er wel veertig aan de wand van de woonruimte. En voorzover hij kon kontroleren waren ze allemaal in duigen. Hij zag de doodstil naar beneden hangende slingers en bij veel klokken hing de koekoek aan zijn veertje droevig uit het kapotte luikje neer.
Heere Heeresma, Een hete ijssalon, 1984
Onze kinderen zijn een paar dagen wezen logeren [...]. Een van de leukste dingen van logeren bij opa en oma is voor hun de voortdurende nabijheid van de koekoeksklok. Zij hebben nog zo'n echte ouderwetse Schwartzwalder koekoeksklok. Met gebeeldhouwde ornamenten van zwart essenhout of iets wat er op lijkt. Bij hun huwelijk, 35 jaar geleden aangeschaft. Langzaam schor geworden en minder accuraat wat betreft de tijdsweergave.
Peter van Zeeland, Scouting; Kriep; Roodmerk; Mexico; Jozef; Het oog, 2002