Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

kneu

betekenis & definitie

kastanjebruine zangvogel.

zangvogel met een korte, dikke snavel, een bruine rug, een bruine staart, een grijsbruine kop en een grijze onderzijde, als mannetje met een rode borst en kruin en als vrouwtje met meer strepen, die leeft in relatief open terrein met veel struikgewas en die een klanknabootsende zang heeft die klinkt als kneu.
Ook van toepassing op de vogelfamilie of soort in het algemeen en dan vaak in het meervoud gebruikt.

Voorbeelden:
De kneu kent van oudsher veel benamingen in de volksmond, te weten; kneu, vlasvink, robijntje, hennepvink en kneuter. Het mannetje is te herkennen aan het rood van kop en borst, meestal is de kleur afgedekt door de grijze veerranden. Het vrouwtje is over het geheel wat meer streperig getekend dan de man. De zang is aantrekkelijk en wordt behalve in de ruitijd het gehele jaar gehoord.
http://www.biesbosch.nu/natuurpagina.php?code=132

Leeuweriken jubelden, een kneu zong op een weipaal, een kievit maakte al gorgelend de gekste loopings en salto's om de een of andere vermeende vijand van zijn nest weg te lokken.
Robin Hannelore, Requiem voor de geitenmelker, 1980

< >