Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kloostertuin

betekenis & definitie

tuin van een klooster.

tuin van een klooster, waarvan vaak in elk geval een deel bestemd is voor het kweken van geneeskrachtige kruiden en die verder vaak een moestuin en een boomgaard bevat.

Voorbeelden:
Fruitgemeente Kapelle opende op 6 december een fruitteeltmuseum dat diverse aspecten van de teelt belicht, en uitleg verstrekt over kasteel- en kloostertuinen waarin fruit als luxeproduct werd gecultiveerd en over de opkomst rond de eeuwwisseling van de moderne fruitteelt.
De Standaard, 1996

Ernstig poseerde de non in haar kloostertuin, een ziekelijke Bruid des Heeren, vlak voor het droogboek van Zijn eeuwigheid haar opslokte.
Erwin Mortier, Marcel, 2002

In de put zijn ook enkele stukjes bewerkt hout gevonden, waaronder een eikehouten stop en een stokje van buxushout met ingekerfde tekens (soort kerfstok). Dit laatste is opmerkelijk daar buxushout geen inheemse boomsoort is. Het werd pas in de late middeleeuwen, en dan nog voornamelijk in kloostertuinen aangeplant.
http://www.kempenweb.nl/heemkunde/

En hoewel de kerk het gebruik van parfum verderfelijk vond, zijn kloostertuinen eeuwenlang de hoofdleveranciers van bloemen en kruiden geweest.
http://www.nea-nederland.nl/

Positief is geoordeeld over het St. Luciaklooster, de kloostertuin, het toegangshek, het portiershuisje en het beeld.
Haarlems Dagblad, 2003

Je hebt in de kloostertuin niet veel fantasie nodig om er sereen voortschuifelende pelgrims en monniken bij te denken.
De Standaard, 1996

< >