klarinetspeler.
iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij klarinet speelt; klarinetspeler.
Voorbeelden:
Als een moderne wereldburger verplaatst hij zich, met veel vaart in de Amazone Blues, vliedend in Laguna, fraai gekleurd door de bandonéon van gastspeler Michel Portal, en dansend in het Noordafrikaans getinte Mashala, een stuk van pianist Bojan Z. In het zeer gedragen Indians met klarinettist Louis Sclavis als gastsolist is de sfeer ongrijpbaar.
NRC, 1994
Hoornisten glijden vingervlug langs de toetsen, trombonespelers halen diep adem, klarinettisten proeven van hun mondstuk, contrabassisten rechten de rug.
De Standaard, 1996
De muziek galmde goed en de klarinettist liet de vloer en de zolder zingen, terwijl een zware bojaar in bretels en hemdsmouwen en met een vervaarlijk rood aangelopen nek in het rond trapte op lugubere wijze.
Willem Brakman, Een weekend in Oostende, 1982