toren van een kerk.
toren die deel uitmaakt van een kerkgebouw; vaak ter aanduiding van de hele kerk, aan de buitenkant en vanaf een afstand gezien.
Voorbeelden:
De 19e eeuwse kerk is uitgerust met een 15e-eeuwse kerktoren.
http://www.elders.nl/index.htm
Van op de vesten zagen we de kerktorens van alle dorpen in de omgeving.
Roger Pieters, Wij, heksen, 1980
Renier dacht er juist aan dat de maan de weerhaan op de kerktoren in een bijna magische aureool hulde, toen een doffe explosie hem deed opschrikken.
Robin Hannelore, Requiem voor de geitenmelker, 1980