Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kerkpad

betekenis & definitie

pad dat naar de kerk leidt.

smalle weg door weilanden en velden waarover men naar de kerk gaat; pad dat van woningen naar de kerk leidt.

Voorbeelden:
Vroeger is het misschien wel mogelijk geweest om heel Nederland te doorkruisen over de kerkpaden. Helaas verdwijnen ze omdat het bezit van de auto en de daarmee gepaard gaande, plotseling zoveel soepeler uitleg van het Bijbelwoord over sabbatrust het kerkpad overbodig heeft gemaakt.
Maarten't Hart, Ongewenste zeereis, 1979

Hoewel Tulder geen belangrijk verkeersknooppunt kan zijn geweest [...], - van Tulder naar Beek liep geen (heer)baan, maar slechts een kerkpad -, had de hoeve toch een tapperij, waarvan de omzet niet onderdeed voor een kroeg aan de Vrijthof.
http://users.skynet.be/Ravels-Weelde-Poppel/nieuwe_pagina_454.htm, 1987

Ik vertel dat tante Sylvie, oom Kamiel en dochters in hun laag afgelegen hoekje, waar alleen een kerkpad en een smal grintpad heenleidt, ze vandaag, zaterdag 8 juni 1940, nog geen enkele Duitse soldaat hebben gezien, er ook niet nieuwsgierig naar zijn.
Karel Jonckheere, Verbannen in het vaderland, 1978

Er zijn heel wat besprekingen aan vooraf gegaan voordat tot het opknappen van het kerkpad overgegaan kon worden. De gemeente is hier namelijk niet alleen baas, maar heeft de medewerking van enige grondeigenaren nodig gehad. Het gemeentebestuur heeft overigens nog meer plannen in petto, die de wandelaars ten goede komen.
Meppeler Courant, 1994

< >