lid van een kerkbestuur.
iemand die als leek lid is van een rooms-katholiek of oudkatholiek kerkbestuur.
Voorbeelden:
In dorpen waren de fondsen voor het onderhoud van het kerkgebouw en de armen vaak samen in handen van de kerkmeesters, in steden functioneerden aparte colleges van kerkmeesters en huiszittenmeesters.
http://www.xs4all.nl/~pvrooden/Jo/2002c.htm, 2002
Uit de zijbeuken liepen de kerkmeesters naar de middenbeuk, ze droegen flambeeuwen waarin kaarsen brandden.
Erwin Mortier, Sluitertijd, 2002
Als rentmeester of kassier fungeerde een kerkmeester, die jaarlijks onder de voornaamste ingezetenen werd verkozen. In onze streek bestond maar één H. Geesttafel voor de twee parochies Rumst en Boom.
http://users.skynet.be/marcverlinden/tenboome1/paginas/van_liefdadigheid_via_onderstand_naar_maatschappelijk_welzijn.htm