Het begrip ingroeiperiode heeft 3 verschillende betekenissen:
1) periode waarin iets vastgroeit.
periode die iets nodig heeft om vast te groeien in iets; periode waarin iets zich groeiend in iets hecht.
2) inwerkperiode.
periode waarin iemand zich vertrouwd maakt of moet maken met de werkzaamheden van zijn nieuwe taak of betrekking; periode waarin iemand zich inwerkt in een nieuwe taak of betrekking.
3) overgangsperiode.
periode die een gefaseerde overgang van een oude naar een nieuwe situatie biedt door begeleidende maatregelen, geleidelijke integratie van beslissingen, de mogelijkheid tot aanpassing enz..