onverschillig; traag.
gekenmerkt door geringe vitaliteit en door desinteresse in wat moeite of toewijding vergt; traag en onverschillig.
Voorbeelden:
'Alles goed en wel,' bulderden de officieren van justitie, 'maar heeft hij later ooit nog zijn best gedaan haar terug te veroveren? Neen. Hij is indolent, kruiperig, drukt z'n snor... hij is laf, laks en lam...'
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983
Van nature indolent, kwam hij de eerste tijd tot heel weinig, deed niets aan zijn tuin. Hij had even overwogen zich een tijdje met ziekteverlof te laten sturen. Maar dat was zijn eer te na.
Jan Siebelink, Engelen van het duister, 2001
"Aan de ene kant is flexibiliteit een must, aan de andere kant tref je hier vaak hele logge processen. Daar moet je mee om kunnen gaan zonder cynisch, fatalistisch of indolent te worden. Die twee sporen kosten veel energie."
http://www.observant.unimaas.nl/, 20 juni 2002