in hele, ongevouwen vellen.
Voorbeelden:
We zien [...] meneer Van Oorschot in zijn jonge jaren [...], toen hij nog verkoper was bij het uitgeverijtje Sander Stols, op de in plano klaarliggende gedichten van zijn baas plassen.
Janwillem van de Wetering, De doosjesvuller en andere vondsten, 1984